Zwart gat in centrum Melkweg verorbert planetoïden

Zwart gat in centrum Melkweg verorbert planetoïden
Het superzware zwarte gat in het centrum van de Melkweg lijkt regelmatig planetoïden te verorberen. Dat concluderen astronomen, onder wie Sera Markoff van de Universiteit van Amsterdam, op basis van onderzoek met de Amerikaanse röntgentelescoop Chandra. De ruimtelescoop ontdekte over een periode van een aantal jaren een serie röntgenuitbarstingen met een frequentie van ongeveer één per dag vanuit het zwarte gat Sagittarius A* (afgekort Sgr A*, spreek uit: Sagittarius A ster). Deze zijn ook gezien in infrarood-opnamen van ESO’s Very Large Telescope in Chili en met de Europese röntgensatelliet XXM-Newton en de Keck-telescoop op Hawaï.

De opflakkeringen van röntgenstraling duren steeds van een half uur tot een paar uur, en hun helderheid varieert van enkele malen tot 100 keer die van de normale ‘output’ van het zwarte gat. Het uiteenvallen en de daaropvolgende verdamping van planetoïden die rond het zwarte gat draaien, kan het mysterie van de oorsprong van deze uitbarstingen oplossen. “We denken dat de uitbarstingen van Sgr A* kunnen ontstaan doordat het zwarte gat planetoïden ‘schranst’, zegt Kastytis Zubovas van de Universiteit van Leicester (VK), die eerste auteur is van een artikel dat verschijnt in de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society.

De astronomen suggereren dat er zich rond Sgr A* een wolk van honderden biljoenen planetoïden en kometen bevindt, die van hun moederster zijn gestript. Planetoïden die het zwarte gat passeren op zo’n 160 miljoen kilometer - ruwweg de afstand tussen de aarde en de zon - worden in stukken gereten door de getijdenkrachten van het zwarte gat. De fragmenten verdampen vervolgens als ze door het hete, ijle gas vallen dat naar Sgr A* stroomt, vergelijkbaar met een meteoor die in de aardatmosfeer valt. Daarbij wordt een röntgenflits geproduceerd en de restanten van de planetoïden worden uiteindelijk verzwolgen door het zwarte gat.

Hoewel Sgr A* misschien veel meer kleinere planetoïden tot zich neemt, schatten de auteurs dat de uitbarstingen worden veroorzaakt door planetoïden met een doorsnee van 20 km of meer. De resultaten zijn in overeenstemming met schattingen van het aantal planetoïden dat in dit gebied aanwezig moet zijn. “Als ‘reality check’ hebben we uitgerekend dat een paar biljoen planetoïden moeten zijn verorberd door het zwarte gat in de 10 miljard jaar dat de Melkweg bestaat”, licht coauteur Sera Markoff (UvA) toe. “Slechts een fractie is geconsumeerd, dus de voorraad is nog lang niet uitgeput.”

Vanaf deze week worden met Chandra langdurige observaties van Sgr A* gedaan om nieuwe informatie te verzamelen over de frequentie en helderheid van de uitbarstingen en om het gepresenteerde model te testen. De verwachting is dat we in 2012 dezelfde hoeveelheid uitbarstingen zien als in de afgelopen 12 jaar, aldus Markoff, die Co-PI is van dit project.

Chandra