Het inwendige van de maan is aan de voorzijde (die vanaf de aarde altijd zichtbaar is) 100 à 200 graden heter dan aan de achterzijde. De conclusie trekken planeetwetenschappers op basis van metingen van de Amerikaanse GRAIL-satellieten.
De GRAIL-missie bestond uit twee satellieten die in formatie op geringe hoogte rond de maan cirkelden. Ze brachten extreem nauwkeurig het zwaartekrachtveld van de maan in kaart. Uit de metingen kan informatie worden afgeleid over de structuur van het inwendige.
Het binnenste van de maan vervormt continu een klein beetje onder invloed van getijdenkrachten van de aarde. Een team van onderzoekers onder leiding van Ryan Park van NASA's Jet propulsion Laboratory ontdekte nu dat het inwendige van de maan aan de voorzijde iets 'zachter' is dan aan de achterzijde. Dat valt goed te verklaren door aan te nemen dat de voorzijde heter is (op grote diepte althans).
Die conclusie sluit mooi aan bij het gegeven dat de voorzijde van de maan veel meer tekenen vertoont van vulkanische activiteit in het verre verleden dan de achterzijde, met name in de vorm van de uitgestrekte 'maanzeeën' - vlaktes van gestold lava. De resultaten zijn gepubiceerd in Nature.
De extra warmte is vermoedelijk afkomstig van het verval van radioactieve elementen, die kennelijk aan de voorzijde van de maan in grotere concentraties voorkomen dan aan de achterzijde. Hoe dát dan weer komt, is nog onduidelijk. (GS)
Nieuwsbericht Scientias