Very Large Telescope viert 15e verjaardag

De Very Large Telescope kiekt een stellaire kraamkamer en viert zijn vijftiende verjaardag.  Credit: ESO/Digitized Sky Survey 2
De Very Large Telescope kiekt een stellaire kraamkamer en viert zijn vijftiende verjaardag. Credit: ESO/Digitized Sky Survey 2

Met dit nieuwe beeld van een spectaculair stervormingsgebied viert ESO 15 jaar Very Large Telescope – het meest geavanceerde optische instrument ter wereld. Deze foto toont dichte opeenhopingen van stof die donker afsteken tegen een roze gloeiende gaswolk die bij astronomen bekendstaat als IC 2944. De ondoorzichtige stofwolken lijken op druppels inkt die in een aardbeiencocktail drijven. Hun grillige vormen zijn ontstaan onder invloed van de straling van heldere jonge sterren in de omgeving.

Met deze nieuwe opname wordt een belangrijk moment gevierd in het bestaan van de Very Large Telescope: vijftien jaar geleden, op 25 mei 1998, ving de eerste van zijn vier Unit Telescopes zijn eerste licht op. Sindsdien hebben de vier reuzentelescopen van het eerste uur gezelschap gekregen van vier kleine hulptelescopen die deel uitmaken van de VLT Interferometer (VLTI). De VLT is een van de krachtigste en meest productieve astronomische faciliteiten op aarde. In 2012 zijn op basis van gegevens van de VLT en de VLTI meer dan zeshonderd wetenschappelijke artikelen gepubliceerd.

Interstellaire wolken van stof en gas zijn de kraamkamers waar nieuwe sterren worden geboren en groeien. De nieuwe foto toont een van deze wolken, IC 2944, die zich vertoont als een zacht gloeiende roze achtergrond. Deze opname is de scherpste die ooit vanaf de aarde van dit object is gemaakt. De wolk staat op een afstand van ongeveer 6500 lichtjaar in het zuidelijke sterrenbeeld Centaurus. Dit hemelgebied is rijk aan zulke nevels, die door astronomen nauwkeurig worden bestudeerd om meer te weten te komen over het stervormingsproces.

Emissienevels zoals IC 2944 bestaan grotendeels uit waterstofgas dat, ten gevolge van de intense straling van de vele heldere pasgeboren sterren in de omgeving, een opvallende rozerode gloed vertoont. Tegen deze heldere achtergrond zijn vreemde donkere klonten van ondoorzichtig koud stof te zien: zogeheten Bok-globules. Deze zijn genoemd naar de Nederlands-Amerikaanse astronoom Bart Bok – de eerste die hen in de jaren ’40 van de vorige eeuw als mogelijke stervormingsgebieden aanwees. De hier afgebeelde globules worden ook wel de Thackeray-globules genoemd.

In een rustige omgeving kunnen de wat grotere Bok-globules door samentrekking in nieuwe sterren veranderen, maar de Thackeray-globules liggen onder het intense bombardement van ultraviolette straling van naburige hete jonge sterren. Hierdoor eroderen ze en vallen ze ook in stukken uiteen, ongeveer zoals klontjes boter die in een hete braadpan worden gegooid. Waarschijnlijk zullen deze globules verwoest zijn voordat ze tot sterren kunnen samentrekken.

Bok-globules laten zich niet gemakkelijk onderzoeken. Omdat ze ondoorzichtig zijn voor zichtbaar licht kunnen astronomen maar moeilijk zien wat zich daarbinnen afspeelt. Om hun geheimen te onthullen, moeten andere middelen worden ingezet – waarnemingen in het infrarood of in het submillimetergebied van het spectrum bijvoorbeeld, waar de stofwolken, bij temperaturen van slechts enkele graden boven het absolute nulpunt, helder lijken. Zulk onderzoek heeft bevestigd dat er in de Thackeray-globules geen stervorming plaatsvindt.

Dit hemelgebied is eerder al eens vastgelegd door de Hubble-ruimtetelescoop. van NASA en ESA. Deze nieuwe opname, gemaakt met het FORS-instrument van de Very Large Telescope van de ESO-sterrenwacht op Paranal in het noorden van Chili, bestrijkt een groter hemelgebied dan Hubble en toont een breder landschap van stervorming.

Meer foto's en video's op de Nederlandstalige ESO-pagina