Nieuwe Natuur- en Sterrenkunde voor havo en vwo

Hubble-opname van de drie stofzuilen in de Adelaarnevel op een afstand van 7000 lichtjaar. De grootste zuil is 10 lichtjaar lang en 2 tot 3 lichtjaar dik, en bevat genoeg materie om een duizendtal sterren te maken. NASA
Hubble-opname van de drie stofzuilen in de Adelaarnevel op een afstand van 7000 lichtjaar. De grootste zuil is 10 lichtjaar lang en 2 tot 3 lichtjaar dik, en bevat genoeg materie om een duizendtal sterren te maken. NASA
Voor het vak natuurkunde in de bovenbouw van havo en vwo zijn door de minister van Onderwijs met ingang van augustus 2013 nieuwe examenprogramma’s vastgesteld. Daarin volgt de minister het advies van de Commissie Vernieuwing Natuurkundeonderwijs havo/vwo (kortweg Commissie Nieuwe Natuurkunde). Deze commissie werd op 16 februari 2005 door de minister van OCW ingesteld vanuit de wens van de overheid, de vakverenigingen en de KNAW om meer leerlingen te interesseren voor de opleidingen in de (technische) natuur- en sterrenkunde.

Het karakter van de natuurkunde en sterrenkunde wordt eerst en vooral bepaald door wat natuurkundigen en sterrenkundigen doen in wetenschap en maatschappij. Vanuit dit perspectief heeft de Commissie geadviseerd dat, naast het verwerven en toepassen van vakkennis, er aandacht moet zijn voor de methoden van de natuurwetenschap, in contexten die duidelijk maken waar natuurwetenschap over gaat, toe dient en wat de maatschappelijke opbrengst is.

In de vastgestelde examenprogramma's komt dit tot uitdrukking doordat de actuele natuur- en sterrenkunde aandacht krijgt, naast de fundamentele principes van de natuurkunde en sterrenkunde. In het havo-examenprogramma is de vernieuwing herkenbaar in de onderwerpen: technisch ontwerpen, communicatietechnologie, medische beeldvorming, materialen, zonnestelsel en heelal; in het vwo examenprogramma zijn de nieuwe onderwerpen: astrofysica, biofysica, communicatietechnologie, medische beeldvorming, quantumfysica, relativiteitstheorie. Bij zowel havo als vwo is er meer aandacht voor onderzoeken, ontwerpen en modelvorming.

In het komende jaar zullen de nieuwe examenprogramma's uitgewerkt worden in lesmethodes en examens. De voorbereiding en aanvullende professionalisering van havo- en vwo-docenten - waarin ook universiteiten en hogescholen een rol gaan spelen - kan gestalte krijgen mede dankzij een extra financiële injectie van het Ministerie van OCW.

Prof. Gerard van der Steenhoven, voorzitter van de Nederlandse Natuurkundige Vereniging, wijst erop dat het nieuwe natuurkundeprogramma voor havo- en vwo-scholieren niet alleen in staat stelt kennis te maken met de nieuwste ontwikkelingen in de natuurkunde, maar ook met het belang daarvan voor de maatschappij. "Een prachtige ontwikkeling die bij zal dragen aan de broodnodige verhoging van de belangstelling voor technische studies in Nederland."

Namens de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie, NOVA, maakte de Groningse hoogleraar Peter Barthel deel uit van de Commissie Nieuwe Natuurkunde. Hij stelt: "De Nederlandse astronomie behoort al jaren bij de absolute wereldtop. Om die positie te behouden maar ook als een stuk algemene ontwikkeling is het fantastisch dat sterrenkunde straks een klein deel van het natuurkundeprogramma op havo en vwo vormt."

"De nieuwe onderwerpen in het havo- en vwo-examenprogramma zijn een uitgelezen aanleiding de banden tussen het hoger onderwijs en de beroepsgroep van VO-docenten te versterken. De regionale docentennetwerken zoals die de laatste jaren in samenwerking zijn ontstaan bij universiteiten en hogescholen zijn de logische intermediair hiervoor.", aldus Prof. Chris van Weert, voorzitter Commissie Nieuwe Natuurkunde.