Botsende sterrenstelsels belangrijkste trigger om helderste actieve zwarte gaten tot leven te wekken

Astronomen debatteren al geruime tijd over de rol van botsende sterrenstelsels bij het
aanwakkeren van actieve superzware zwarte gaten. Nu levert de Euclid-telescoop, met een
ongekend grote dataset van een miljoen sterrenstelsels, bewijs dat botsingen daarbij een
dominante rol spelen en zelfs de belangrijkste trigger vormen voor de helderste zwarte
gaten. Het onderzoek van onder andere astronomen van SRON en de Rijksuniversiteit Groningen is in het vakblad Astronomy & Astrophysics gepubliceerd.

Botsende sterrenstelsels gezien door ruimtetelescoop Euclid. (c) Euclid Collaboration
Botsende sterrenstelsels gezien door ruimtetelescoop Euclid. (c) Euclid Collaboration

Bijna alle grote sterrenstelsels huisvesten een superzwaar zwart gat in hun centrum. De meeste verschuilen zich in het donker terwijl ze geruisloos gas, stof en sterren opslokken. Die materialen belanden in de accretieschijf rond het zwarte gat voor ze hun onomkeerbare duik in het ravijn nemen. Daarbij zenden ze een zwakke lichtflits uit die de locatie van het zwarte gat aan de hemel verraadt.

Hypothese

Een klein deel van de sterrenstelsels bezit een superzwaar zwart gat dat helder schijnt of zelfs materiaal uitstoot vanuit zijn noord- en zuidpool. Dit zijn zogeheten Active Galactic Nuclei (AGN). Sommige astronomen onderschrijven de hypothese dat een botsing met een ander sterrenstelsel een rol speelt in het aanwakkeren van een AGN. De turbulentie als gevolg van de botsing zou ervoor zorgen dat extra materiaal zich ophoopt in de accretieschijf, waar het wordt samengeperst en er wrijving ontstaat, zodat het letterlijk gloeiend heet wordt. In de meest extreme gevallen schijnt een AGN nog feller dan zijn complete sterrenstelsel.

AI-tool

Vóór de lancering van Euclid was het lastig om deze hypothese te toetsen vanwege de geringe
kwaliteit van de beschikbare data en de kleine samples. Euclid observeert binnen een week een
gebied aan de hemel met een omvang waar Hubble drie decennia over heeft gedaan, en zelfs
met afbeeldingen van hogere kwaliteit. Om deze rijke dataset te verzilveren, heeft het Euclid-consortium, onder wie hoofdauteurs Berta Margalef-Bentabol en Lingyu Wang (beide (SRON en Rijksuniversiteit Groningen) een AI-tool ontwikkeld die AGN identificeert en hun output kwantificeert.

Hypothese bevestigd

In een gelijktijdige publicatie heeft het Euclid consortium, onder wie hoofdauteurs Antonio la
Marca (SRON en Rijksuniversiteit Groningen) en Lingyu Wang, nu de hypothese bevestigd dat botsende sterrenstelsels een belangrijke rol spelen bij het aanwakkeren van AGN. Daartoe hebben ze de nieuwe AI-tool toegepast op een dataset van een miljoen sterrenstelsels; tientallen malen groter dan in eerdere onderzoeken. "We concluderen ook dat botsingen zeer waarschijnlijk het enige mechanisme zijn dat de helderste AGN kan voeden", zegt La Marca. "Ze zijn op zijn minst de belangrijkste trigger."

Twee tot zes keer zoveel

Het team heeft hun miljoenensample van sterrenstelsels opgedeeld in twee groepen:
samensmeltende en individuele sterrenstelsels. Ze zagen dat de eerste groep twee tot zelfs zes keer zoveel AGN bevat als de tweede groep. Voor de helderste AGN geldt: de overgrote meerderheid wordt
gevonden in de groep met samensmeltende sterrenstelsels. Bij samensmeltingen die pas net
aan de gang zijn en dus veel stof bevatten is een AGN alleen zichtbaar in het infrarood. In dat
geval zien de onderzoekers zesmaal zoveel AGN vergeleken bij individuele sterrenstelsels. Bij
samensmeltingen die bijna zijn voltooid is het stof gaan liggen en is een AGN ook zichtbaar in
röntgenstraling. In dat geval ziet het team tweemaal zoveel AGN in vergelijking met losse
sterrenstelsels.

Bericht SRON