Blog: ‘Leven op Mars mogelijk’

Blog: ‘Leven op Mars mogelijk’

Zeven maanden na te landen, net op een kwart van de missie, en Curiosity heeft het voor elkaar! Het allereerste boormonster buiten de aarde is gemeten én blijkt meteen de belangrijkste vraag van de missie te beantwoorden! Het lijkt er inderdaad op dat leven op Mars mogelijk was.

Boormonsters
Inmiddels alweer een week of wat geleden heeft Curiosity voor het eerst geboord en inmiddels zijn de eerste resultaten binnen. Het monster is gemeten met twee verschillende instrumenten: CheMin, de röntgendiffractometer die mineralen meet, en SAM, de analytische alleskunner met zijn drie instrumenten die door opwarming vrijgekomen gassen in het monster meet.

Wat wisten we al?
De Gale krater is uitgezocht als werkgebied van Curiosity op basis van allerlei informatie die we vanuit een baan om Mars al vergaard hebben. De belangrijkste redenen om naar de Gale krater gaan, waren aanwijzingen dat er ooit vloeibaar water is geweest en de aanwezigheid van klei en zwavelhoudende mineralen (sulfaten) aan de voet van Mount Sharp.

We wisten dus al dat we waarschijnlijk sporen van water, sulfaten en kleien zouden vinden. Ook wisten we dat het oppervlak van Mars behoorlijk geoxideerd, verroest eigenlijk, is. Vandaar de rode kleur.

Wat willen we weten?
De grote vraag die Curiosity wil beantwoorden is of er ooit leven mogelijk was in de Gale krater. Om deze vraag te beantwoorden, moet je natuurlijk eerst definiëren waaraan een gebied moet voldoen om leefbaar te zijn. Op aarde hebben we inmiddels leven op de meest onlogische plekken gevonden, dus de definitie is behoorlijk breed.

Om een eerste indicatie te krijgen van de leefbaarheid van een andere planeet wordt daarom gekeken naar de omstandigheden waarin de meest voorkomende vormen van leven zich bevinden. Deze omstandigheden zijn onder andere de aanwezigheid van vloeibaar en bij voorkeur zoet water, een neutrale zuurtegraad (pH=7) en de aanwezigheid van een bron van energie en voedsel.

Laatste nieuws!
De reden om te boren waar nu geboord is, in de steen ‘John Klein’, was eigenlijk voornamelijk om het hele boorproces te ijken. Uit de metingen is nu gebleken dat John Klein eigenlijk ontzettend interessant is.

John Klein bestaat uit versteende klei doorsneden met aders die gevormd zijn in water. Deze versteende klei blijkt voor zeker 20% te bestaan uit smectiet, een groep kleimineralen die gevormd worden doordat zoet water met bepaalde mineralen (in dit geval olivijn) reageert.

Het water dat hier ooit heeft gestaan was dus waarschijnlijk zoet, niet zout. Verder zijn er calciumsulfaten gevonden. Deze mineralen laten zien dat de grond hier een redelijk neutrale of hooguit iets basische zuurtegraad heeft.

Op de foto is al duidelijk het kleurverschil te zien tussen het geboorde poeder en de omgeving. De omgeving is rood en het poeder is grijzig. Dit betekent dat alleen het oppervlak van Mars geoxideerd is en dat vlak onder het oppervlak de originele mineralen zijn terug te vinden.

Verder zijn ook tijdens de analyses mineralen in verschillende stadia van oxidatie gevonden. Dit is goed nieuws voor de zoektocht naar organisch materiaal. Organisch materiaal kan namelijk worden afgebroken door oxidatie en het lijkt erop dat dit proces direct onder het oppervlak geen rol speelt. Het is echter ook goed nieuws voor eventuele microbiologie. Deze verschillende oxidatiestadia zorgen voor een energieverschil tussen het oppervlak en er vlak onder. Hiervan kunnen microben gebruik maken om te kunnen leven.

Chemolithoautotrofen
Chemolithoautotrofen zijn micro-organismen die voeden met energie die ze uit chemische reacties van anorganisch elementen halen. Deze bacteriën hebben geen licht en geen organisch materiaal nodig als voedsel en zouden hier dus prima kunnen groeien. Uiteraard is er nog niets in deze richting ontdekt en ook kan Curiosity dit soort microben niet meten. Dus dit is enkel ter illustratie van wat er (geweest) zou kunnen zijn.

Wat nu?
Na zeven maanden al het doel bereikt, lijkt het wel. Wat gaan we nu de komende anderhalf jaar doen? Dit zijn pas de eerste resultaten van de eerste boring, dus we zullen voorlopig nog veel meer gelijksoortige metingen moeten doen om deze vindingen te bevestigen. En om meer bewijs te vinden in de vorm van andere mineralen.

En ondertussen gaat de zoektocht naar organisch materiaal ook verder, want dat zou een heel belangrijk puzzelstukje toevoegen.

Vóór die tijd moet het geheugen van Curiosity, dat eind vorige maand haperde, weer op volle sterkte werken, maar dat gaat de goede kant op. Als dat eenmaal werkt, is er weer een maand pauze, want in april staat Mars in conjunctie, dat wil zeggen aan de verkeerde kant van de zon. Hierdoor is de hele maand april geen communicatie mogelijk. Dus pas in mei verwachten we weer een boring te kunnen doen en nieuwe resultaten te krijgen.

Inge Loes ten Kate is onderzoekster aan de Universiteit van Utrecht en is sinds zes jaar betrokken bij de ontwikkeling van de Marsverkenner Curiosity. Zij houdt voor de NOS een blog bij over de verkenningstocht van de Marswagen.

Bron: NOS