In totaal zijn er officieel 811.552 genummerde planetoïden, dat wil zeggen objecten waarvan de banen goed bekend zijn. Slechts ongeveer 25.000 planetoïden hebben een officiële naam. De naamgeving is voorbehouden aan de Working Group on Small Body Nomenclature (WGSBN) van de IAU.
De vernoemde planetoïden zijn ontdekt door het astronomen-echtpaar Ingrid van Houten-Groeneveld en Cees van Houten, op fotografische platen die werden gemaakt door de in de VS wonende sterrenkundige van Nederlandse afkomst Tom Gehrels. Het Leidse astronomenechtpaar ontdekte in de jaren ’50, ’60 en ’70 van de vorige eeuw in totaal maart liefst 4643 planetoïden. Dat verklaart het relatief hoge aantal planetoïdennamen voor Nederlanders, Nederlandse steden, sterrenwachten, romanfiguren en andere zaken.
Verreweg de meeste planetoïden bevinden zich in banen tussen de planeten Mars en Jupiter, in de zogeheten planetoïdengordel. De grootste rotsblokken hebben diameters van honderden kilometers, maar de overgrote meerderheid van de genummerde planetoïden heeft een doorsnee van slechts enkele kilometers.
De nieuw vernoemde planetoïden heten officieel:
(12938) Ingakamp
(12939) Ignassnellen
(12940) Gijsnelemans
(12941) Franssnik
(12942) van der Marel
(12943) Selmademink
(12944) Robwalrecht
(12945) Reynierpeletier
(12946) Portegieszwart
(12947) Paulgroot
(12948) Nathaliedegenaar
(12949) Milogrootjen
(12950) Michielrodenhuis
(12951) Koenkuijken
(12952) Joerivanleeuwen
(12953) Jaapvreeling
(12954) Hendrikcasimir
Een overzicht van alle ‘Nederlandse’ planetoïden is te vinden op de website van Eddy Echternach