Tekeningen en schilderijen

Tekening van zonnevlekken door Galileo Galilei op 26 juni 1612. Credit: Galileo Galilei, Albert van Helden (Rice University, Universiteit Utrecht)
Tekening van zonnevlekken door Galileo Galilei op 26 juni 1612. Credit: Galileo Galilei, Albert van Helden (Rice University, Universiteit Utrecht)

Ik was bijna van plan om de tekeningen van Galilei 'heilige relikwieën' te noemen totdat ik mij realiseerde dat we het juist aan Galilei te danken hebben dat we tegenwoordig niet meer onze tijd hoeven te verspillen aan het vereren van heilige relikwieën. Deze tekeningen markeren het begin van de moderne sterrenkunde en misschien ook wel van de gehele moderne wetenschap.

Deze tekening van zonnevlekken is 400 jaar geleden gemaakt. Hij zal destijds nogal indruk hebben gemaakt, en niet in de laatste plaats op Galilei zelf. Sterker nog: hij maakt vier eeuwen later nog grote indruk op mij. De zonnevlekken zijn weergegeven met een detail dat niet veel onderdoet voor moderne waarnemingen. Galilei heeft in de zomermaanden van 1612 vrijwel elke dag zo'n tekening gemaakt en kon zo ontegenzeggelijk aantonen dat de vlekken niet door zijn telescoop gecreëerd werden, aangezien ze meedraaiden met de zon. De ontdekking dat de zon draait en bovendien vieze vlekken heeft en dus niet goddelijk perfect is, heeft er sterk toe bijgedragen dat hij op zijn juiste plek -in het centrum van het zonnestelsel- is gezet.

Al snel begonnen allerlei kersverse sterrenkundigen met het dagelijks tekenen van zonnevlekken. Letterlijk monnikenwerk. Ook toen er ineens jarenlang geen vlek meer verscheen bleven ze doortekenen. Zulk wetenschappelijk arbeidsethos kom je nu nog maar weinig tegen. Het duurde uiteindelijk tot het begin van de achttiende eeuw tot er weer zonnevlekken verschenen. En tot op de dag van vandaag worden ze nauwkeurig per tekening vastgelegd. Dat kan natuurlijk ook volledig geautomatiseerd worden met digitale camera's, maar het is van groot belang dat de unieke meetserie aan de zon die nu al door vele generaties wetenschappers wordt voortgezet, zo gelijkmatig mogelijk wordt uitgevoerd. Niet in de laatste plaats vanwege het uitblijven van zonnevlekken in de tweede helft van de zeventiende eeuw.

Deze periode staat bekend als "de kleine ijstijd". Ook al bestond er toen geen contingent wetenschappers met nauwkeurige thermometers, we weten zeker dat het toen een stuk kouder was dan in de decennia ervoor en erna. Het vroor bijvoorbeeld buitengewoon vaak. Dat veroorzaakte mislukte oogsten en hield de trekschuiten aan de kant. En het inspireerde schilders tot al die mooie wintertaferelen die nu in het Rijksmuseum hangen.

Zelfbenoemde "klimaatsceptici" grijpen dit aan als het ultieme bewijs dat de temperatuur op aarde enkel en alleen door de zon en haar variabiliteit wordt bepaald. Maar het zou pas van echte scepsis getuigen als eerst de feiten worden onderkend dat zowel een verhoging van de concentratie van broeikasgassen als de verhoging van de hoeveelheid energie die de zon uitstraalt de temperatuur op aarde verhoogt, en vervolgens te erkennen dat de hoeveelheid temperatuurstijging door deze effecten moeilijk te kwantificeren is. Het aardse klimaat is een razend complex systeem en dan past elke wetenschapper enkel bescheidenheid.

Er kunnen namelijk altijd nuances aangebracht worden. De beroemde winterschilderijen van Avercamp komen bijvoorbeeld uit dezelfde periode als de zonnevlekkentekeningen van Galilei. En op het zuidelijk halfrond zijn er geen aanwijzingen gevonden voor lagere temperaturen tijdens de vlekvrije periode. Veroorzaakte het uitblijven van zonnevlekken nou die lage temperaturen op aarde of niet? Het antwoord moeten we voorlopig schuldig blijven. Ik weet dat 'nuance' tegenwoordig een nog viezer woord gevonden wordt dan 'hypotheekrenteaftrek', maar toch vormt het samen met scepsis, sinds de tijden van Galilei, de kern van de wetenschap. Het is alleen aan politici om het zekere voor het onzekere te nemen.

De tijd van tekeningen is binnen de wetenschap nu toch wel zo goed als voorbij. De introductie van digitale camera's en dataverwerkingsmethoden heeft een tweede wetenschappelijke revolutie ontketend. Gelukkig behoor ik net niet tot de generatie die zichzelf per PowerPoint-presentatie heeft gedoceerd over Wikipedia-pagina's, maar ik kan mij geen wetenschappelijk leven voorstellen zonder computers en internet. Het maken van een grafiek of overleg over internationale collaboratie moet nog maar een paar decennia geleden echt dagenlang geduurd hebben!

Er is veel van de charme van de wetenschapsbeoefening ten tijde van Galilei verloren gegaan. Maar wat zou hij hebben gesmuld van de honderden planeten waarvan wij nu zeker weten dat ze rondom allerlei sterren draaien. Net zo zeker als dat hij wist dat onze planeet rondom de zon draait.

Galilei's tekeningen zijn tegelijkertijd deel van een rijke historie als van een springlevende, moderne wetenschap. Stiekem vereer ik ze bij deze toch een beetje.

Frans Snik, Sterrewacht Leiden, Universiteit Leiden